Sinds ik columns schrijf voor de Border Collie Club Nederland, let ik veel meer op de eigenaardigheden van mijn honden. En op vreemde verbanden in gedrag. Neem het verband tussen de lijn en de sluitspier. Als mijn honden loslopen op een wandeling, trippelen ze in de eerste paar minuten wat op het pad, buigen dan keurig één voor één een klein stukje de berm in en gaan daar hun behoefte doen. Maar zodra er een lijn aan mijn honden zit, gebeurt er iets vreemds. Dan lijken ze opeens niet meer in staat om te poepen.
Het is niet zo dat het hele ontlastingsgebied aangetast wordt door dit merkwaardige fenomeen. Mijn reuen markeren aangelijnd net zo secuur als wanneer ze loslopen. Nee, het probleem bevindt zich echt onder de staart. Met aangelijnde honden kan ik bijna een uur lopen voordat de sluitspier enigszins ontspant.
Bij Rohan doet zich dan een volgend vreemd verschijnsel voor. De lijn veroorzaakt een soort error in zijn hoofd. Hij lijkt niet meer te weten waar hij nou precies zijn behoefte moet doen. Dat ene perfecte plekje ligt telkens nét buiten bereik. Dus sleurt hij me van plek naar plek. Geef ik lijn, dan verplaatst de perfecte poepplek ook. Totdat de lijn weer strak staat.
Hij snapt ook niet meer hoe poepen gaat. Eindeloos draait hij rondjes. Liefst drie keer met de lijn om een boompje of paaltje heen. Na lang draaien herinnert hij zich weer waar zijn sluitspier zit en hurkt. Eindelijk. Maar dan gaat hij toch weer twijfelen. Al hurkend bekruipt hem het gevoel dat er iets niet klopt. Dan sleept hij mij een paar meter verder en begint het hele zoek- en draairitueel opnieuw.
Daar sta ik dan. Een uitgestrekte arm met aan het einde van de lijn een poepende hond. En dan die blik. Soms vraag ik me af wie nu wie aan het lijntje houdt.
Verschenen in Border Collie Nieuws nr 251-2025
